Seizoen 2004

Het Formule 1-seizoen van 2004 was een van de meest dominante seizoenen in de geschiedenis van de sport, gekenmerkt door de overweldigende prestaties van Michael Schumacher en het Ferrari-team. Schumacher, die zijn zesde wereldkampioenschap veroverde, wist het seizoen te domineren door 13 van de 18 races te winnen, wat een record was dat tot op de dag van vandaag standhield. Ferrari toonde ook uitzonderlijke snelheid en betrouwbaarheid, wat leidde tot hun constructeurskampioenschap met een ongeëvenaarde voorsprong.

Het seizoen begon veelbelovend, met spannende races in onder andere Australië en Maleisië, waar Schumacher zijn snelheid al snel demonstreerde. Terwijl het seizoen vorderde, werd de kloof tussen Ferrari en de concurrentie steeds groter. Teams zoals McLaren en Renault probeerden te concurreren, maar konden de dominante combinatie van Schumacher en de Ferrari F2004 moeilijk bijbenen.

Daarnaast waren er verschillende opkomende rijders die zichProfileerden, zoals Kimi Räikkönen en Felipe Massa, maar zij bleven achter in de schaduw van de ervaren coureurs. Räikkönen wist enkele indrukwekkende prestaties neer te zetten, maar de consistentie die nodig was om Schumacher uit te dagen ontbrak.

Het seizoen werd ook gekenmerkt door enkele controverses, waaronder discussies over technische voorschriften en de impact daarvan op de prestaties van het team. Ondanks deze controverses bleef Ferrari echter de onbetwiste koning van de sport.

Al met al was het Formule 1-seizoen van 2004 een testament van Schumacher's ongekende vaardigheden en Ferrari's technische superioriteit, wat leidde tot een ongeëvenaarde dominantie die de sport voor jaren zou tekenen.